In het laagveengebied van de Oostelijke Vechtplassen neemt het aantal broedende moerasvogels af. Een van de oorzaken is het dichtgroeien van het gebied. Moerasvogels zoals grote karekiet, woudaap, snor, rietzanger, zwarte stern en purperreiger hebben vitale rietkragen nodig om in te broeden, voedsel te vinden en jongen groot te brengen.

Door stukjes moerasbos en struweel te verwijderen wordt het oppervlakte rietmoeras vergroot en wordt belangrijke habitat voor moerasvogels hersteld . Omdat er minder bladeren en zaden in de rietkragen vallen, verbetert ook de kwaliteit van de rietkraag.

In het hele gebied worden langs de percelen rasters geplaatst om rietoevers te beschermen tegen ganzenvraat. Op deze manier krijgen de rietkragen de kans om zich te herstellen en blijven ze sterk.

Niebeek Milieumanagement verzorgt voor Natuurmonumenten het toezicht en de ecologische begeleiding.